|
||||||||
|
Ik moet toegeven, lezer, dat ik, met al mijn jaren van luisteren en leren op de teller, weliswaar niet snel meer van mijn sokken geblazen word, maar toch drie, vier keer moest luisteren naar deze plaat, vooraleer ik ze min of meer kon plaatsen. Moeilijke zin, ik besef het, maar laat ik proberen enige duiding te verschaffen. Helene Dorthea Tungelund is de naam die op haar identiteitskaart staat, maar als artiestennaam bekt Sylfide natuurlijk een flink pak beter. Deze jonge Deense muzikante kreeg flink wat muziekopleiding en haalde graden in hedendaagse én in volksmuziek aan instituten, die wereldwijd bekend staan om hun hoogstaande opleidingen. Naar eigen zeggen, ontdekte ze pas tien jaar geleden de folkmuziek op een soort van Boombal, waar ze voor het eerst jonge mensen zag dansen in rijen of cirkels. Dat stemde totaal niet overeen met wat je in trendy clubs kon zien en net daarom raakte Helene geïntrigeerd. Zelf speelt ze harp en omschrijft ze haar muziek als elektro-akoestische folk, wat nochtans niet belet dat je een paar keer moet luisteren vooraleer je min of meer begint te begrijpen wat je hoort. Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat je geen Deens begrijpt, al speelt dat zeker mee. Het is echter de muzikale taal van Sylfide, die enig ontcijferwerk vergt. Oude Scandinavische volkswijsjes waren de bodem, waarop Sylfide haar melodieën zaaide en liet groeien, zij het dat ze volop gebruik maakt van heel hedendaagse technische mogelijkheden om de klank van viool of gitaar flink te vervormen, zodat de eerste indruk van de plaat flink verwarrend is. Je denkt aan theater, aan experimentele filmmontage, aan hedendaags ballet, maar totaal niet aan folk. En toch: dit is folk 2.0, die uit de koker van Björk had kunnen komen en je betrapt jezelf erop, dat je, bij de vierde of vijfde beluistering, zowaar zit mee te neuriën met “Min Sylfide” of “Det vender”. Dat betekent alvast dat de plaat indruk maakt en ik leerde intussen ook dat de nummers handelen over mentale gezondheid, vrouwelijkheid, klimaatangst en generatieverschillen. Heel universele dingen dus, die op een zodanig geraffineerde manier muzikaal aangekleed worden, dat je eerst verbaasd bent, en dan getriggerd wordt. Ik zou dit absoluut eens live willen zien gebracht worden. Er circuleren een paar bijzondere filmpjes over de “making of” van de plaat en het minste dat ik daar kan over zeggen, is dat ik er ten zeerste door geïntrigeerd ben geraakt. Dit is poëzie en tegelijk is het cinema: ik slaag er niet in deze plaat te beluisteren, zonder dat ik er beelden bij zie. Dat overkomt me zelden en ik beschouw het als een teken van het feit dat deze muzikante ergens een snaar raakt, die zelden aangeraakt wordt. Eigenlijk schiet mijn woordenschat tekort om te omschrijven wat deze bijzondere debuutplaat teweeg brengt. Experimenteel en toch toegankelijk. Heel apart en tegelijk bijzonder aantrekkelijk, al mocht ik ondervinden dat sommige huisgenoten hier mijn mening niet delen. Maar toch: u moet dit absoluut eens gaan beluisteren, zonder enige vooringenomenheid. (Dani Heyvaert) releasedatum: 17 januari 2025
|